De ‘evenementisering’ van onze samenleving. Dit treffende woord gebruikt de socioloog Thijs Lijster in zijn boek De grote vlucht inwaarts. Ja, in ons land worden talloze evenementen georganiseerd, van muziek in het park tot bierproeven in een oude kerk. Daarnaast zijn er veel evenementen die ons aansporen tot bijzondere prestaties. We beklimmen de Mont Blanc, springen met een parachute op Texel en gaan met de fiets de Mont Vetoux op. Op social media worden de ervaringen gedeeld. Bijzonder. Speciaal. Heftig. Een unieke experience!

In dit rijtje komen tegenwoordig soms ook spirituele evenementen voor. Een retraite op Ibiza in een Bounty-achtig paradijs. Het beklimmen van een hoge berg, schaars gekleed, onder winterse omstandigheden, maar met speciale ademtechnieken.

De Vipassana-retraite duikt soms ook op, op de tijdlijn van mijn Facebookvrienden. Iets wat je eens gedaan zou moeten hebben, een echte once in a lifetime experience. Het liefst de meest zware variant, zonder loopmeditatie, vooral veel zitten en niet meer eten na het middaguur. Dit kan natuurlijk waardevol zijn, maar een Vipassana-retraite hoeft niet op zichzelf te staan. Deze kan onderdeel uitmaken van een pad waarbij ons dagelijks leven leidend is. Een retraite is uiterst waardevol, maar mag het gewoon zijn? Niet spectaculair, maar een verdieping van ons pad van aandacht, inzicht en compassie. We hebben op dit pad geen haast, het mag in een slakkengang gaan. We hoeven niet te presteren en hoeven dus ook geen speciale experience mee te maken. In de woorden van Sayadaw U Tejaniya: ‘It is a lifetime practice, a marathon, not a sprint.’ Of, zoals de Amerikaanse Vipassana-leraar Joseph Goldstein zegt aan het einde van zijn retraites: ‘De eerste helft van de retraite zit er nu op, de tweede helft begint nu.’

Vol ongeduld snuffelt onze hond Teuntje in het rond. Ze trekt lichtjes aan de riem. Op de oprit ligt een doorschijnende zak met daarin plastic afval en drinkpakken. Ik loop er langs, maar mijn gedachten zijn al verder. Even wordt mijn aandacht getrokken door een zoemend geluid uit de zak, maar echte aandacht krijgt het niet.

Na mijn dagelijkse ronde keer ik weer terug en hoor ik hetzelfde geluid. Nu sta ik even stil. Ik zie een grote zwarte vlieg in de zak, gevangen. De knoop in de zak staat zijn vrijheid in de weg. Dat diertje kan geen kant op, bedenk ik mij. Toch loop ik weer verder, naar binnen met een dromerige hond die achter mij aan sjokt. De vlieg blijft achter in zijn plastic kooi. Later op de dag kom ik weer langs die zak en weer trekt het geluid van de vlieg weer mijn aandacht. Verbeten vecht hij voor zijn vrijheid. We willen toch allemaal vrij zijn? Nu kom ik wel in actie, scheur de zak open en de vlieg vindt meteen de weg naar uitgang.

Blij met de gedachte aan deze handeling overdenk ik de Bodhistava-gelofte: hoe talloos de levende wezens ook zijn, ik beloof ze te bevrijden.